Het zuiden van Vietnam

2 juli 2016 - Hoi An, Vietnam

Maandag 20 juni
Weer een dag reizen voor de boeg. Van Phnom Penh naar Ho Chi Minh City, ofwel ‘Saigon’ in Vietnam. Na nog een laatste keer te hebben genoten van een heerlijke (chocolate en honey) pancake stond er opeens een tuktuk chauffeur voor onze neus die ons naar de vertrekplaats van de bus zou brengen. Samen met heel veel locals en een ander reizend stel reden we eerst naar de grens. Hier kregen we ons eerder ingeleverde paspoort terug wat gecheckt was op aanwezig Vietnam visum. Zonder visum mocht je de bus niet in. De ‘Cambodja-uit’ stempel was blijkbaar al geregeld. We moesten 3 hokjes langs waarbij we maar bij 1 meneer ons paspoort hoefde te laten checken. That’s it. Paspoort werd weer ingeleverd waarna we 2 minuten verder reden. Hier weer de bus uit met alle bezittingen. Paspoort werd weer gecheckt op visum en weer aan ons uitgedeeld. De bagage moest een scan door en het paspoort moest nog een laatste keer worden gecontroleerd. Stel je voor dat je ongezien door de vorige 4 controles bent gekomen. Je weet maar nooit. We waren nu officieel in Vietnam. Het laatste stuk met de bus voer ons al snel door de drukke stad HCMC. Echt overal zie je scooters! Nog veel meer dan in Bangkok. Dit in tegenstelling tot de ontbrekende tuktuks. Wat een gemis.. nu moeten we alles gaan lopen. Ons hostel is vrij nieuw en ziet er prima uit. Lekker schoon. ’s Avonds aten we lekker traditioneel Vietnamees voedsel: Pho Bo. Dat het regenseizoen in volle gang is, is wel duidelijk. Wederom was het weer behoorlijk nat. Morgen gaan we op ontdekkingstocht door de stad.

Tip van de dag: ook in Vietnam kun je te pas en te onpas oversteken. Maar: houd je ogen open, want hier stopt het verkeer NIET zomaar voor je.

Dinsdag 21 juni
Na 5 maanden, op wat hoofd- en buikpijn na, nog steeds niet geveild te zijn door een virusje of bacterie lijkt daar voor Sebas vandaag een einde aan te komen. Verkouden, holtepijn en misselijkheid. ’t Zou fijn zijn als het hier bij blijft. Om wat rust te kunnen pakken gaan we pas tegen twaalven op pad. We bezoeken de Ben Thanh Market waar net als in de vorige landen alles te vinden is, maar welke net even wat meer georganiseerd is. We eten hier een noodlesoup en een broodje ei en scoren de lekkerste kersen sinds tijden. Op weg naar het War Museum werden we aangesproken door een erg vriendelijke local. Hij liet ons met zijn zware (tja, hoe noem je zo’n ding eigenlijk?) balans (?) lopen en wees ons de weg. Voordat we het goed en wel in de gaten hadden, stonden we allebei met een kokosnoot (die hij dus met zich mee droeg) in onze handen en hadden we de beste man 50.000 dong (ong. 2 euro) betaald. ’t Kost allemaal geen drol, maar zo gehaaid zijn die gasten dus. Onbewust laten ze je voor hun diensten en/of spullen betalen zonder dat je dit misschien wilt. En toch lukt het ze. Afijn, de man was verder heel vriendelijk en het kokoswater was gewoon lekker. Het War Museum vertelt het verhaal over de Vietnamese oorlog waarin de United States domineerde in Vietnam. Een interessant, maar uiterst triest verhaal. Na dit bezoek hebben we ook de Reunifaction Palace, de Notre Dame Cathedral en het Central Post Office bezichtigd. Stuk voor stuk mooie gebouwen. Tegen de avond rustten we even in het hostel waarna we lekker aten in een heel leuk tweedehands boekwinkeltje van een Engelsman. Gratis bier en beef met friet. Wat wil een mens nog meer. Vanavond op tijd naar bed om hopelijk morgen weer kiplekker aan de tour naar de Cu Chi tunnels te kunnen beginnen.

Tip van de dag: softijs voor 0,12 cent bij de BurgerKing in Vietnam. We kunnen onze lol niet op.

Woensdag 22 juni
Zeg je ‘Ho Chi Minh’, dan zeg je ook ‘Cu Chi tunnels’. Deze tunnels bevinden zich in het plaatsje ‘Cu Chi’ zo’n 70 km ten Noordwesten van Ho Chi Minh. Er moest dus even een stukje worden gereden met de bus. Onderweg maakten we een tussenstop bij de werkplaats van getroffen Agent Orange slachtoffers. We hebben gisteren in het Warmuseum gezien wat een schade deze giftige stof heeft aangericht. Mensen die op de dag van vandaag kampen met handicaps als gevolg van dit gif proberen door de verkoop van hun handgemaakte producten wat te verdienen. Een mooi initiatief. Echter kwamen wij vandaag voor de tunnels en vonden we het jammer dat er hier tijd werd ‘verspild’. Aangekomen in Cu Chi bleken we wederom niet de enigen. Een behoorlijk toeristische ‘attractie’. Het is erg indrukwekkend om te zien, horen en ervaren hoe de Vietnamezen zich gedurende de Vietnam oorlog schuil hielden in de door hunzelf gegraven tunnels. Dit netwerk bestond uit 3 lagen die zich respectievelijk 4, 6 en 10 meter onder de grond bevonden. Ook waren er bunkers aanwezig, waar werd gekookt, zieken werden geholpen en wapens werden opgeslagen. De Amerikanen wisten van de tunnels af, maar kon niet ontdekken hoe dit netwerk liep. De luchtgaten die zich boven de grond bevonden werden wel gezien en volgespoten met gas in de hoop dat ze de Vietnamezen zouden bereiken. De Vietnamezen op hun beurt, plaatsten vallen om de Amerikanen te treffen. Dit waren niet zomaar wat muizenvalletjes. Om te ervaren wat het inhield om maanden met een gezin in een dergelijke tunnel te wonen, mochten we een eindje afleggen in zo’n tunnel. Gehurkt op je voeten lopen houd je niet lang vol en op je knieën kruipen is ook geen pretje. Daarnaast was het mega warm en erg benauwend in de tunnel. Kortom, nog geen half uur uit te houden. Bedenkend hoe dat voor de Vietnamezen moet zijn geweest is enkel respect en medeleven op z’n plaats. Terug in Ho Chi Minh scoorden we wat loempia’s en gedroogd fruit op de markt. De rest van de dag deden we rustig aan, aangezien Sebas nog steeds niet helemaal de oude is.

Tip van de dag: Vlaams. Wat een leuke genot om naar te luisteren. Met 4 Belgen op de kamer moeten we stiekem een beetje grinniken om hun conversaties.

Donderdag 23 juni
Het oorspronkelijke plan was om vandaag door te reizen naar Da Lat. Maar nu Sebas weer wat aan de betere hand is begint Lotte last te krijgen van het virus. Dus, we blijven nog een extra dag in Ho Chi Minh om een beetje uit te zieken. Vandaag doen we dus niet veel meer dan een beetje hangen in het hostel en de stad. Morgen gaan we verder, de bergen in.

Tip van de dag: let op je spullen en gebruik de kluisjes in de kamer. Schoonmakers jatten hier namelijk geld. 200 dollar onderin een backpack. Het gebeurt.

Vrijdag 24 juni
Een dag in de bus. Een hele lange dag in de bus. Onze pick-up vanaf ons hostel naar de bus bleek onze eigen benenwagen te zijn. Zo een ‘pick-up’ hadden we nog niet gehad. Aangekomen bij het office van de busmaatschappij werden we na even wachten in een minivan busje gepropt. Gepropt ja, want we pasten er niet met z’n allen in waardoor iemand op een los krukje moest zitten. Verder zaten Sebas z’n benen klem en had Lotte een rugleuning die tot net boven haar navel reikte (qua hoogte dan). Sebas bleef hopen dat deze minivan ons naar een tourbus zou brengen. Lotte had zich er al op ingesteld dat deze benarde positie de hele dag voort zou duren. Hoop doet leven. Sebas kreeg (gelukkig!) gelijk. Na zo een 30 minuten arriveerden we op een mega parkeerterrein met ongelooflijk veel bussen. Eenmaal in de bus.. weer een primeur! Auto-lig-stoelen. Een autostoel maar dan dus liggend. Heel apart. Deze houding was een stuk beter vol te houden. 9,5 uur na onze benenwagenpick-up arriveerden we in Da Lat. Hier werden we gelijk door een motorman aangesproken. Hij wilde ons gratis op de motor naar het hostel vervoeren. Hm. Sta je dan met je duffe hoofd. ‘Wie zegt dat deze man ons niet ergens anders dumpt? En waar zijn de minivanbusjes die ons gratis naar het hostel zouden brengen volgens de mevrouw in ons hostel in Ho Chi Minh?’ Nouja, laten we de gok maar nemen. Achterop de motor werden we naar ons hostel gereden. Onderweg vertelde de man dat hij van Easy Riders was. Een organisatie die motortours aanbiedt. Hij maakt reclame door mensen gratis van het station naar hun hostel te brengen. Z’n praatje daarna is geheel vrijblijvend, zo zei hij zelf. Omdat we inderdaad geïnteresseerd zijn, spreken we af elkaar morgenmiddag te ontmoeten. Hij mag ons dan overtuigen om samen met hem een paar dagen op pad te gaan. We zijn benieuwd. Omdat we inmiddels omvielen van de honger, scoorden we wat streetfood op de nightmarket. Da Lat oogt groter en minder primitief dan we hadden gedacht. Morgen de stad maar eens verkennen. Oja, nog een leuke bijkomstigheid: omdat we Nieuw-Zeeland stiekem een beetje missen… slapen we komende 2 nachten in het ‘Hobbit hostel’. Hihi.

Tip van de dag: yes, dé remedie tegen verstoppingen is ontdekt: popcorn! Het werkt echt!

Zaterdag 25 juni
Da Lat. Hier krijg je 2 stokbroodjes met ei als ontbijt. Hier slaap je in een look-a-like ziekenhuisbed met gordijntjes. Hier hebben ze een stadscentrum dat niet zo groot is. Hier hebben ze heeeel veel lokaal voedsel dat ze verkopen op de markt. Hier verbouwen ze aardbeien in plaats van rijst. Hier hebben ze een nog best groot lake. Hier zijn heel veel restaurantjes. Hier hebben ze een ‘crazyhouse’ dat we vandaag bezochten. Hier is een architect los gegaan op een hotelgebouw waardoor het nu een soort Efteling/Alice-in-Wonderland gevoel oproept als je er doorheen loopt. Hier hebben ze ook een Summer Palace dat we niet konden vinden. Hier hebben ze veel steile weggetjes omdat Da Lat in de bergen ligt. Hier hebben ze een hoop verschillende organisaties die zichzelf allemaal ‘Easy Rider’ noemen en motortours aanbieden. Hier spraken we ’s middags met Mr. Tú die ons koffie aanbood in een lokaal restaurantje en die ons na een uurtje babbelen uiteindelijk toch wel een goed gevoel gaf waardoor we 3 dagen met de beste man en een collega van hem op tour gaan. Hier hebben ze rode wijn en pasta voor 4 euro. Hier hebben ze hele lekkere croissantjes die we niet konden laten liggen. Hier hebben ze een koude douche. Da Lat. Erg leuk voor een twee dagen.

Tip van de dag: Sweden en Switserland. Volgens de Aziaten Same Same.

Zondag 26 juni
Vandaag op pad met EasyRider Tú en z’n maat. Voor een 3-daagse motortour van Da Lat naar Nha Trang. Om 8.30 werden we bij ons hostel opgehaald waar onze backpacks en gewone rugzak op de motor werden vastgebonden. Best even een klus aangezien de motors niet heel groot zijn en onze tassen niet heel klein. Maar het lukte. Na een stop te hebben gemaakt bij een ATM (zo’n tourtje is best prijzig, ook in Azië) kon onze tocht beginnen. Achterop zo een motor gepropt tussen een bestuurder en je backpack zit nog best oké. Onze eerste bezienswaardigheid was een stuk farmland. Op het land in Da Lat wordt o.a. kool verbouwd. Veel kool. Dit is voor eigen gebruik en voor transport naar Ho Chi Minh City. Verder worden er in Da Lat ook aardbeien verbouwd. Dit hebben we nog niet eerder gezien in Zuid-Oost Azië. We vervolgden onze weg. En jawel, toen begon het te regenen. En hard ook. Gelukkig hadden Mr. Tú en z’n maat regenkleding bij zich. Helemaal ingepakt reden we vervolgens naar een kas (eigenlijk meer een dakje voor bloemen tegen heftige regen). Hier worden bloemen, waaronder rozen en gerbera’s geteeld. Een Nederlander heeft, zo vertelde de gids, geholpen met het bouwen van de kas. Men liep namelijk tegen het probleem aan dat de bloemen het regenseizoen niet overleefden. De kas, met haar overkapping en waterafvoersysteem zorgt er nu voor dat het telen het hele jaar door kan gaan. De bloemen worden getransporteerd naar Hanoi, in Noord-Vietnam. Inmiddels al behoorlijk doorweekt bestond de volgende stop uit een bezoek aan een koffieplantage. Hier wordt de lekkerste koffie ter wereld (zegt men) gemaakt, genaamd ‘weaselcoffee’. De wezels zitten afzonderlijk van elkaar in kleine kooitjes. Hier krijgen ze koffiebonen te eten. Het laagje om de boon wordt gedeeltelijk verteerd, maar de boon zelf niet. De wezel poept de bonen dus ook weer uit. Vervolgens wordt het resterende laagje van de boon afgehaald waardoor de boon zelf overblijft die wordt gebruikt om koffie te maken (drogen, roosteren en malen). Echt diervriendelijk is het niet, maar verkopen doet de koffie wel. En dat is hier belangrijk. Verder wordt er op deze plantage ook rijstwijn gemaakt. Een wijn die veel wordt gedronken door de ‘armen’ omdat hij goedkoop is. Rijst wordt gekookt en vervolgens 10 dagen lang in een ton gerezen samen met wat gist. Er ontstaat nu alcohol. Vervolgens wordt het nogmaals gekookt waardoor het destillatieproces op gang komt (koken, alcohol en vocht verdampen, buis met vocht loopt door koud water waardoor het sneller condenseert, vocht dat ontstaat is de rijstwijn). Rijstwijn dat in combinatie met een dood reptiel in een accupot wordt bewaard, wordt gedronken als medicijn. In tegenstelling tot de weaselcoffee en de ricewine hebben we dit maar niet geproefd. Onze tocht voer vervolgens door prachtig landschap. Weer een stop: de Silkfactory. Hier mochten we het zijdeproces aanschouwen. Even een lesje biologie: de rups eet 28 dagen lang bladeren. Na 28 dagen verpopt hij zich. Na 3 dagen is de pop klaar. De rups zit dan nog in de pop. In de natuur wordt hij dan een mooie vlinder, maar hier wordt dat proces gestopt. De pop wordt in een machine met heet water gelegd waardoor de zijde los laat. Het draad wordt handmatig aan een soort rol vastgemaakt waarna de gehele pop wordt ontwonden en een rol daad overblijft. De dode rups wordt verkocht aan restaurants waar het wordt geserveerd als delicatesse. De draden worden vervolgens gedroogd en geëxporteerd naar Hanoi, Taiwan en Japan. Van één pop komt 800 meter zijde af. Dat is best heel veel. Nadat een lap stof machinaal geweven is, wordt deze soms gekleurd. Dit verwerkingsproces gebeurt voor slechts 10% in eigen fabriek. De rest wordt dus geëxporteerd. Op de motor om na enige tijd weer te stoppen. Bij de Elephant waterfalls dit keer. Deze heeft zijn naam te danken aan rotsen die de vorm van een olifant zouden hebben. Ook met een beetje fantasie hebben wij ze niet gezien. Om de waterval te bereiken moesten we een behoorlijk glibberig pad trotseren. Maar het was de moeite waard. De Pagode die ernaast lag, had meer weg van een tempel. Een enorme ‘Happy Buddha’ maakte ons bezoek aan deze pagode compleet. Voor we gingen lunchen, werden we gedropt langs de kant van de weg. We zouden elkaar een stuk verder wel weer zien. En voor we het in de gaten hadden waren ze hem al gevlogen. Met ál onze spullen. Tijdens onze korte wandeling hadden we zicht op de vele koffieplantages. Een prachtig gezicht. Het bereiken van onze gidsen mét al onze spullen maakte dat het vertrouwen (bij Sebas vooral) wel wat groeide. We lunchten bij een lokaal ‘restaurantje’. Rijst met groente en vlees. Prima eten. ’s Middags reden we een behoorlijk stuk door het prachtige landschap. We stopten nog een keer om even te chillen in een hangmat en een lokale lekkernij te nuttigen. Een soort zoete cake, die helemaal niet zoet was, en sugarcane. Een drankje gemaakt van het sap dat overblijft wanneer je een soort bamboestelen perst. De laatste stop was de lokale markt waar geen mens te bekennen was vanwege de aanhoudende, harde regen. Toen we na 170 km aankwamen bij de bungalow waren we dan ook compleet doorweekt. Echt álles was nat! We namen een (koude ) douche waarna we ons door de donkere, natte avond naar het restaurantje manoeuvreerden. Weer helemaal nat. De gidsen hadden een lokaal ei-sla-rijstkoek-lekkernij voor ons gescoord op de markt. Heel lief, maar niet echt een aanrader. Het eten verder was prima. De vele vliegende mieren en muggen maakten dat we ons de rest van de avond in de klamboe moesten begeven. Maar ondanks dat, zullen we na deze gave en vermoeiende dag vast heerlijk slapen in ons bedje in ‘Lak Lake’.

Tip van de dag: regenkleding. Niet 1, niet 2, maar minstens 3 lagen als je droog wil blijven op de motor.

Maandag 27 juni
We mochten een beetje uitslapen vandaag. Best fijn. Rond 9.15 uur ontbeten we terwijl Mr. Tu en z’n maat onze spullen weer op de motor installeerden. Helaas was het alweer begonnen met regen waardoor we gelijk al ingepakt de motor op gingen. De regen zorgt er echter niet voor dat het erg afkoelt (zoals in Nederland) dus het was lekker warm met al die extra lagen. De route van vandaag zou ons van Lak Lake naar Buôn Ma Thôut voeren. Een tocht van 120 km. Onze eerste stop was een olifanten farm. Hier wordt er nog op de olifanten gereden. De dieren zien er slecht uit wat te zien is aan de roze kleur van hun huid. De regering, zo vertelde Mr. Tu, heeft geen geld voor het opstarten van sancturarys zoals in Thailand nu steeds meer gebeurt. Zolang toeristen betalen om op olifanten te rijden, wordt deze ‘attractie’ dus in stand gehouden. Helaas. Verder hadden we zicht op fishermans (niet de keelsnoepjes maar gewoon échte), rijstvelden en waterbuffels. Tijdens onze tweede stop brachten we een bezoek aan een farmervillage. Hier wonen meerdere arme families. Deze mensen leven in een huisje van bamboe of hout en verbouwen voedsel om hun eigen familie te voorzien. Voedsel verkopen doen ze nauwelijks, omdat ze het zelf nodig hebben. Wanneer ze wel over geld beschikken, kopen ze een dier die hen helpt in eigen behoeften te voorzien. Mr. Tu liet ons verschillende huisjes zien en bracht ons naar diverse families waar we even gedag zeiden. Je voelt je op zo’n moment best ongemakkelijk. Je staat er en je kijkt. Meer kun je niet doen. Ja, we besloten wat kleding van onszelf weg te geven. Het minste wat we kunnen doen. 60% van de bevolking leeft op deze manier. Vietnam kun je dus arm noemen. Na een tijdje rijden weer een stop. Die stukjes rijden zijn trouwens steeds weer geweldig. De omgeving is zo mooi. Nu een werkplaats waar het proces van klei tot baksteen plaats vindt. De klei wordt in een machine gegooid die er blokken van snijdt. Deze blokken worden in de zon gelegd om te drogen. Vervolgens gaan ze de oven in waar ze gebakken worden. De stenen worden gescheiden door koolplaatjes die er voor zorgen dat ze nog beter bakken. ‘Een rijk mens kan een huis met 2 stenen verdiepingen bouwen, een arm mens maar 1’. De maat van Mr. Tu had een huis met 1 laag, zo vertelde hij. Hun huis bouwen ze overigens zelf. Maar dat is in dit soort landen vanzelfsprekend. Voor we stopten voor een lunch, probeerden we Durian. Een lokale vrucht die lijkt op Jackfood maar heel anders smaakt. Het is een soort papperige substantie die zich om een pit bevindt. Er zitten meerdere pitten in een vrucht. Het was het proberen zeker waard. Maar daar blijft het voorlopig bij. Het is van ons beiden niet ons favoriet. Na de lunch bezochten we 2 watervallen in een National Park. Ondanks het feit dat we inmiddels al een hoop watervallen hebben gezien, waren deze opnieuw mooi. Mede omdat ze zich in een Junglebookachtige jungle bevonden. Heel vet. Toen we vervolgens langs de kant van de weg stopten omdat Vietnamezen in het rijstveld aan het werk waren, konden we zien hoe een rijstplant eruit ziet en waar de rijst nou precies groeit. Het is vergelijkbaar met tarwe. Iedere korrel bevindt zich in de top en is omgeven door een vliesje. Wanneer het water in het veld ondiep is, zaait men de zaadjes van de rijstplant door ze over het land uit te strooien. De plant gaat groeien waardoor de top boven water uitsteekt. Dit is goed. Wanneer het te diep is, plant men kleine plantjes zelf in de grond. Deze zijn dus al ‘voorgekweekt’. Een hele klus, dat planten. Het proces dat volgt is hetzelfde. Bij teveel regen, staat het veld onder water en mislukt de oogst. Het is dan te hopen dat het water snel zakt. Na weer een flink stuk rijden bereikten we de stad, Buôn Ma Thôut. Vanwege de drukte een klein Ho Chi Minh City. Na 120 km te hebben afgelegd vandaag, bereikten we ons hotel dat iets verderop ligt in de stad. Wederom prima. Na een douche aten en praatten we met elkaar. Onverwachts ontstond een best diep gesprek. Niet veel later vielen we in slaap. Morgen onze laatste dag alweer. ‘Time flies …..’

Tip van de dag: Nederlanders. Ze worden door veel Vietnamese gidsen herkend.

Dinsdag 28 juni
Dag 3. Hetzelfde ochtend ritueel als gisteren: ontbijten terwijl onze spullen op de motor worden vastgemaakt. Omdat de eindbestemming van vandaag Nha Trang is, moet er 210 km afgelegd worden. Een lange tocht dus. Het weer zag er stukken beter uit, dus de regenjassen mochten lekker blijven waar ze zich op dat moment bevonden. Onze eerste stop: een rubberbomenbos. De vloeistof van de bomen wordt opgevangen waarna deze wordt geëxporteerd naar Amerika en China. Hier wordt latex van de vloeistof gemaakt. Onze tweede stop was een cacaoplantage. Het probleem is, dat de cacao in Vietnam niet kan worden verwerkt tot chocola. De bonen zouden dus eerst geëxporteerd moeten worden om er chocola van te maken, waarna het weer geïmporteerd moet worden om het te kunnen verkopen. Dit is veel te duur. Daarom is chocola hier ook bijna onbetaalbaar en wordt het alleen gegeten op bijv. verjaardagen en met oud&nieuw. De derde stop bestond uit een bezoek bij een familie die koeken maakt van rijst. Deze worden vervolgens verkocht. Uiteraard mochten we proeven. Best oké. De gebakken variant is echter een stuk lekkerder. De laatste stop. Een houtverwerkingsplaats. Hier wordt beeld gehouwen met hout. Men volgt hier geen opleiding voor dergelijke beroepen, maar leert het gewoon van elkaar. Nadat we hadden geluncht restte ons nog een flink stuk over de highway. Deze verliep redelijk droog. Uiteindelijk arriveerden we aan het einde van de middag in Nha Trang. We kijken terug op een heel gave trip die ons echt een kijkje heeft laten nemen in de lokale Vietnamese cultuur. Hoe local wil je het hebben?

Tip van de dag: rijst. Wat kun je er niet mee? Koeken, balletjes, ontbijt, lunch, diner enz. enz.

Woensdag 29 juni
Nha Trang is het Surfers Paradise van Vietnam: veel toeristen (voornamelijk Russen), hoge hotels, duur eten, strand, restaurantjes, bars en een boulevard. Verder is er in Nha Trang niet veel te doen. Omdat we hier vannacht hebben geslapen na onze tour en onze sleepingbus naar Hoi An pas om half 7 ’s avonds vertrekt hebben we vandaag een dagje in Nha Trang. Gelukkig is het mooi weer en kunnen we ons vermaken op het strand. Verder struinen we wat door de stad en scoren regelmatig wat te eten en te drinken. De sleepingbus lijkt op de vorige bus van Ho Chi Minh naar Dalat. Zo’n auto-lig-stoel. Om te slapen blijkt de stoel niet heel comfortabel. Maar ach, het ticket was goedkoop.

Tip van de dag: in Azië kun je beter niet naar logica zoeken. Met nog dik 2 weken voor de boeg gaan we die zoektocht niet winnen.

Donderdag 30 juni
De reis zelf was best goed te doen. Jammer dat we om 1 uur ’s nachts stopten om nog te gaan eten. Weg slaap. Rond 6 uur ’s ochtends kwamen we aan in Hoi An. Omdat we toch niets te doen hadden en het nog vroeg was, besloten we de 2 kilometer naar ons hostel te lopen. Het was alweer een tijdje geleden dat we dit gedaan hadden. Gelukkig zijn we het nog niet verleerd. We bleken pas om 12 uur te kunnen inchecken wat inhield dat we onze backpacks dropten bij het hostel en op een fiets de stad ingingen op zoek naar ontbijt. Hoi An is een leuk stadje dat een stuk rustiger is dan bijv. Ho Chi Minh en Nha Trang. Wel vind je er veel toeristen. Toch ademt de stad eerder authenticiteit. Dit is ook dé plek om een pak of jurk voor een mooi prijsje op maat te laten maken. Eén van de redenen waarom veel toeristen naar Hoi An komen. We besloten de rest van de ochtend gelijk maar cultureel in te vullen. Met een open ticket kun je zelf 5 bezienswaardigheden kiezen. We besloten het ‘Tan Ky House’, ‘Tran Family Chapel’ en ‘Assembly Hall of the Fujian Chinese Congregation’ te pakken. Dit eerste gebouw is 2 eeuwen geleden gebouwd door een Vietnamese familie. Zowel Chinese als Japanse invloeden zijn terug te vinden in de architectuur van het gebouw. Veel hiervan staat symbool voor één van de 5 elementen. De Tran Family Chapel is een kapel waar mensen komen om te bidden. Verder was het erg commercieel met een tour die eigenlijk voornamelijk bestond uit een rondleiding door de shop. De Assembly Hall is een mooi gebouw dat wat weg heeft van een tempel. Verder valt hier niet heel veel meer over vertellen. Nadat we hadden ingecheckt lunchten we bij een lokaal restaurantje een straat verderop. Hier kun je voor 18.000 dong (€0,73) een prima noodlegerecht krijgen. Dat zijn nog eens leuke bedragen voor onze portemonnee. ’s Middags chillden we wat in en rond het hostel. Zo’n nacht slecht slapen voel je. We zijn tensl8tte geen 16 meer ;) ’s Avonds bezochten we de nightmarket waar we ook wat te eten scoorden. De markt was leuk maar verder niet heel bijzonder. Wel is het grappig om te zien dat iedere stad weer z’n eigen souvenirs en lekkernijen heeft. Zo zijn magneten en lantaarns hier erg populair net zoals waterijs en donuts. De rest van de avond besloten we heel spontaan in te gaan op wat men in Azië ‘Happyhour’ noemt (deze happyhours duren hier alleen de hele dag, waar wij uiteraard gretig gebruik van maken). Onder het genot van een waterpijp, wat drankjes, leuke muziek en goed gezelschap was het een erg leuke avond.

Tip van de dag: creëer met onbekenden een groep en profiteer optimaal van alle kortingen en aanbiedingen.

Vrijdag 1 juli
De tour naar de Marble- en Monkey mountain die we voor vandaag gepland hadden kon wegens een zieke Sebas niet doorgaan. Lotte heeft daarom een ochtendje op het strand vertoeft. Heet en heerlijk! ’s Middags zijn we toch het stadje ingegaan om nog wat te bezichtigen en te shoppen. Op het heetste moment van de dag. Heftig. De twee kaartjes die we over hadden van ons ‘kies-5-dingen-om-te-bezoeken-ticket’ besteedden we aan een bezoek aan de ‘Japanese Covered Bridge’ (die overliep van de Chinese toeristen, uiteraard) en de ‘Quan Cong Temple’. Beiden mooi, maar niet heel bijzonder. Verder kun je naast pakken op maat ook heel goed goedkope, leren producten kopen in Hoi An. Lotte heeft een heel vette schoudertas op de kop getikt. ’ s Avonds bezochten we een traditionele Vietnamese waterpuppetshow. Erg leuk om een keer gezien te hebben. En we aten voortreffelijk. Kortom, een toch nog geslaagde dag na een wat mindere opstart.

Tip van de dag: neem altijd (iets van) geld mee! Ook wanneer je naar het strand gaat en niets nodig hebt. Dan voorkom je dat je je fiets nergens kunt parkeren omdat je daarvoor moet betalen bijvoorbeeld...

Zaterdag 2 juli
Vandaag dan alsnog op tour naar de mountains. Na een ontbijtje werden we opgepikt bij het hostel. Met nog 10 anderen arriveerden we zo een half uur later in DaNang, bij Marble Mountain. Hier stond ons een pittige klim te wachten. Gedurende de rondleiding bezochten we kapelletjes, tempels, grotten en buddha’s. Een echt interessant verhaal ontbrak. Deze is er gewoonweg niet. Wel een leuke berg om een keer te bezoeken. Op de top van de berg werden we getrakteerd op een gaaf uitzicht. DaNang heeft 5 bergen. Elke berg staat voor een ander element: water, hout, metaal, aarde en vuur. Wij stonden op de waterberg en hadden zicht op de overige bergen, de stad en de Pacific Ocean. Nadat Lotte nog even een smak maakte hopende sneller beneden te zijn, vervolgden we onze weg naar Monkey Mountain. Hier waren geen apen zoals de naam doet vermoeden, maar wederom buddha’s. En grote ook. De buddha van 67 meter hoog spande de kroon. Maar vanwaar dan de naam? Toen de Amerikanen de berg ontdekten, werden er apen gespot. That’s it. We lunchten vervolgens gezamenlijk bij een lokaal restaurantje waarna we weer werden gedropt bij ons hostel. ’s Middags boekten we ons busticket voor morgen naar Hue en struinden we nog even door de stad waar we een nieuwe zonnebril scoorden. Lotte haar 4e inmiddels. Er schijnt een soort vloek op de combinatie tussen die twee te liggen. Lotte en zonnebrillen. ’s Avonds weer bij een ander restaurantje gegeten. Dat uit eten gaan zullen we nog gaan missen straks in Nederland. Moet je opeens weer zelf gaan koken enzo.

Tip van de dag: dokter van Rijn. Voor al uw schaafwondjes, blauwe plekken en verwondingen.
Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

2 Reacties

  1. Tineke:
    4 juli 2016
    Leuk om te lezen en herkenbaar natuurlijk !
    Cu Chi idd toeristisch maar de sfeer van toen wel voelbaar en ..... indrukwekkend.
    Vervelend dat Sebas toch ziek is geworden en als ik het zo lees toch al wel een paar dagen.
    Voorzichtigheid geboden want je hebt zomaar een akelige bacterie te pakken waar je niet zomaar vanaf bent.
    Jullie reis zit er bijna op. Begint er inmiddels een vorm van verzadiging op te treden of werkt het bij jullie niet zo?
    Nog even flink cultuur en natuur snuiven voor de komende dagen , veel plezier .
  2. Ton van Aerle:
    8 juli 2016
    Beste Lotte en Bas,

    Ik heb wederom genoten van jullie reisverslagen. Ik moet eerlijk zeggen dat Vietnam mij wel aanspreekt.
    Aan lef ontbreekt het jullie niet. Ik weet niet of ik die tocht met de motor zou hebben gemaakt. Gelukkig is alles goed gegaan.
    Wij wensen jullie nog een paar mooie dagen!