Het zuiden van het Noordereiland en het noorden van het Zuidereiland

17 april 2016 - Murchison, Nieuw-Zeeland

Maandag 4 april
Vanuit logistiek oogpunt, zijn we genoodzaakt vandaag weer iets te ondernemen in de Hamilton & Waitomo regio. Hè wat vervelend. We zullen komende dagen namelijk (grofweg) alleen nog zuidwaarts rijden. Zo stond vandaag een bezoek aan Hobbiton op de planning. Voor de niet-Lord-of-the-rings-en-Hobbit-fans: DE movieset waar beide trilogieën zijn opgenomen. Sebas heeft alles gelezen en gezien, Lotte alleen de laatste Hobbitfilm, dus met iet wat verschillende beginsituatie begonnen we aan de tour. De rit er naar toe was al mooi: eerst reden we naar het dorp Matamata dat al helemaal in teken staat van Hobbiton. Onder begeleiding van een gids reden we nog een stukje met de tourbus door een prachtig, groen, heuvel en schaap landschap. In 1998 werd ‘De Alexander farm’ ontdekt door regisseur Peter Jackson. De perfecte locatie voor The Lord of the Rings. 39 Hobbit holes werden gecreëerd, net als de brug en de uit Matamata geïmporteerde eikenboom. Zo ontstond ‘The Shire’. In 2009 werd de set opnieuw opgebouwd, dit keer voor de 3 Hobbit films. 44 hobbit huisjes dit keer. De laatste 5 zijn gebouwd voor 3 seconden in het laatste stuk van de film. Het kan de moeite maar zijn. Ook werd er een nepboom gebouwd, gemaakt van staal en plastic. Nauwelijks te onderscheiden van een echte boom. Voor The Lord of the Rings is het decor opgebouwd voor 3 maanden filmen. Het opnemen van The Hobbit duurde maar 12 dagen. 400 mensen waren hierbij betrokken. In tegenstelling tot The Lord of the Rings, heeft men het decor na het filmen van The Hobbit laten staan. En dit Hobbiton wordt nu door honderden mensen per dag bezocht. Een gouden inkomstenbron. De tour was gaaf, voor Sebas ‘awesome’. Die wilde echt met ieder hol op de foto en was teleurgesteld toen hij iemand anders er in het ‘Gandolf’ outfit vandoor zag gaan. Een echte fan dacht ik zo. We vervolgden onze weg richting Waitomo Farmstay. Met Hammie (een reuze varken), paarden, Elvis (de alpaca) en schapen. Om in de sfeer te blijven. Het was een koude, maar fijne avond.

Tip van de dag: lijd je aan het: ik-houd-niet-van-dat-soort-films-syndroom? Ga dan naar Hobbiton, doe een tour, koop een shirt en bekijk onze foto’s. Wedden dat je de film wilt zien?

Dinsdag 5 april
Je kunt niet in Waitomo zijn geweest zonder een bezoek te hebben gebracht aan de Waitomo glowworm caves. Dus, vandaag gingen we weer even ‘down under’. Grotten heb je overal, maar wat deze grotten bijzonder maakt, is dat het naast West-Australië de enige plek is waar glowworms leven. Deze wormen, met hun lichtgevende staart, zitten tegen het plafond van de grotten geplakt. Op het licht dat ze uitstralen komen muggen en andere insecten af die ze vervolgens opeten. Daarbij maken ze gebruik van een soort web (net als een spin): muggen komen op het licht af en blijven vervolgens in het web plakken. En de worm heeft z’n maaltijd weer te pakken. Na een maand of 9 leggen de wormen eitjes waaruit larven groeien. De eerder genoemde worm verpopt zich. Na 2 maanden komt hij uit en leeft hij nog 2 dagen als ‘adult’. Hierna leggen ze het loodje. Een glowworm wordt dus ongeveer 11 maanden oud. Het eerste gedeelte van de tour leggen we te voet af. Het laatste stukje per boot. We voeren onder enorme hoeveelheden glowworms door. Alsof je naar een sterrenhemel kijkt. Een prachtig gezicht. ’s Middags reden we nog een eind naar Lake Taupo. Tijdens de autorit werden we verbluft door het indrukwekkende uitzicht: enorme bergpartijen met 2 grote vulkanen van 2200 en 2900 meter hoog. Omdat we morgen graag willen gaan hiken, brachten we gelijk maar even een bezoekje aan het visitor centre waar we een leuke hike hebben uitgekozen. Aangekomen op camping ‘Mangahuia’ met wederom het prachtige uitzicht op de vulkanen, vonden we iets anders minder prachtig: de temperatuur. Het is hier ’s middags gewoon maar 12 graden! En vannacht daalt de temperatuur naar -1 graden Celsius. Dat belooft wat. De avondmaaltijd is erg knus: zittend in de camper (voor de eerste keer) met een kommetje pasta op schoot. ’s Avonds is het echt te koud om buiten te zitten, dus warmen we ons bedje maar op tijd op. Waarschijnlijk een nieuw record: 19.00 uur.

Tip van de dag: wanneer Lotte een noopleus begint te krijgen en zelfs Sebas z’n trui aantrekt, is het KOUD!

Woensdag 6 april
Deze nacht kan de boeken in als ‘koudste tot nu toe’. Met -2 graden Celsius op de meter, een slaapzak én dekbed, een thermoshirt en vest, sokken en een lange broek en ijs op de voorruit een lange en vervelende nacht. 12 uur later maar toch gebroken werden we wakker. En dan is het even behelpen in zo’n camper: ontbijten binnen i.p.v. buiten, thee met een bevroren gasfles enz. enz. Desalniettemin waren we om 9 uur klaar om de bergen in te gaan. Met echt álles aan kleding aan wat we maar bij hebben begonnen we aan deze 17 km lange (en 5 uur durende) tocht met zicht op de vulkaan Mt. Ngauruhoe, 2287 m (ziet er echt uit als een stereotype vulkaan) en de hoogste berg (ook een vulkaan) van het Noordereiland Mt. Ruapehu, 2797 m. Het eerste stuk bracht ons naar de Taranaki falls. We liepen door voornamelijk heide en een klein stukje bos. Vanaf de falls was het 2 uur lopen richting Lower Tama Lake. Een mooi, lichtblauw meer. De weg ernaar toe was redelijk vlak, dus goed te doen. Vanaf ons beginpunt tot dit meer behoort de route tot de ‘Great Walks’. Zo worden de grootste en bekendste 5 of 6 meerdaagse tracks in Nieuw-Zeeland genoemd. Het laatste stukje richting Upper Tama Lake was behoorlijk steil. Het blijkt maar dat wij Nederlands niets gewend zijn qua het beklimmen van bergen, want nergens staat beschreven dat er een pittig stukje in zit of dat een goede conditie wordt vereist. Wat wij deden, is hier gewoon ‘normaal’. Maar fanatiek als we zijn, laten we ons natuurlijk niet kennen en doen we gewoon mee. Al glimlachend naar onze tegenliggende wandelaars, hopende dat we onze veel te hoge ademhaling lang genoeg kunnen inhouden om niet te laten merken dat we het eigenlijk best pittig hebben. ‘Pfuuu, ze zijn voorbij. En adem door’. De 3 uur en 45 minuten die stonden voor de heenweg hebben we terug gebracht naar 2,5 uur. Best netjes. Het uitzicht bovenop de berg (1450 m) was natuurlijk weer adembenemend. De terugweg was hetzelfde en verliep ook eigenlijk best heel vlot. Na 5 uur lopen waren we terug op ons beginpunt. Omdat we afgelopen nacht zo slecht hebben geslapen gaan we nog even op weg naar een camping iets zuidelijker op de kaart, genaamd Mangawhero. Met de hoop dat de camping ook lager ligt, waardoor het vannacht minder koud zal zijn. En we hebben een nieuw systeem bedacht: dekbed ín de slaapzak. Dekentje erin en dekentje erover voor extra warmte. 2 broeken aan, dikkere sokken en een vest en shirt. Als dit niet genoeg gaat zijn! We waren gesloopt, de nasi was op en het was al weer donker buiten. Tijd om veeeel te vroeg te gaan slapen. Heerlijk!

Tip van de dag: Nasi a la Sebassie! Heerlijk na een uitputtende inspanning. Sowieso heerlijk eigenlijk.

Donderdag 7 april
Jeeeej, ons nieuwe slaapsysteem werkt! We hebben geslapen als roosjes (op wat hoofdpijn na). Vandaag mogen we de hele dag niks doen: beetje genieten van het ochtendzonnetje, beetje opruimen, beetje rijden, beetje boodschappen doen en beetje uitrusten. En vooral: niet te veel lopen. In de loop van de ochtend rijden we naar Palmerston North. We doen wat boodschappen en lopen een rondje in de stad (een niet te grote, zoals afgesproken). Niets bijzonders. We arriveren op camping ‘Ashhurst Domain’. Relatief goedkoop en met warme douche (voor 2 dollar, dat wel). We konden weer lekker buiten koken en eten en gaan los in de speeltuin. Heel vervelend, dat camping leven.

Tip van de dag: behalve de bekende ‘Timtams’ heb je hier nog heeeeel lekkere andere koekjes: een soort pindarotsjes, maar dan zonder pinda’s, maar met een biscuitlaagje en marshmallow. Dat overgoten met chocola en een stuk groter. Draag Lotte maar weg.

Vrijdag 8 april
Ieuww.. regen! Gevolg: ontbijten in bed en lekker lang lezen. Aan het einde van de ochtend pakken we onze spullen en rijden we richting Wellington. We pakken een stuk van de ‘wine trail’ mee. Je verwacht dan een hoop wijngaarden langs de wegen maar dit was niet het geval. Gelukkig wel een hoop ‘wineries’. Een winetasting in Martinborough mocht natuurlijk niet ontbreken. Heel interessant en ervaren nipten we van verschillende wijnen: ‘this is a good one, very fruity’. Vervolgens genoten we van een vol glas in het restaurantje ernaast. Eéntje, en een warme chocomel. Twee vonden we te duur (en we hadden net gezien dat er bij een ‘lekkere-dingen-winkeltje’ op de hoek best goedkope friet (hier verlangt Lotte al een tijdje naar) met drumsticks te krijgen was. Dus we dachten: als we nou 1 glas wijn nemen en een goedkoper drankje, dan … (je snapt het)). We vervolgden onze weg naar de camping. Of eigenlijk een carpark in Featherston. Hm, toch niet helemaal wat we gehoopt hadden. Verderop bleek een camping te zijn, ook gratis. Die maar proberen. Aangekomen op de ‘camping’, blijkt het uitzicht inderdaad prachtig, maar is het koud en winderig en zijn we de enige. De aanwezige bouwval verderop maakt ons beeld van de camping niet heel veel positiever. Wanneer een niet te verklaren auto scheurend het terrein op rijdt, gekke capriolen uithaalt en daarna ook weer weg scheurt en we nog steeds de enige zijn, besluiten we toch maar terug te gaan naar de carpark. Het volgen van je intuïtie voelt dan toch het fijnste.

Tip van de dag: bestel een wijntje maar gewoon in het Engels. Al je moeite om in je beste Frans een bestelling te doen wordt beloond met: ’uhm, sorry meneer, maar dat kennen we hier niet’.

Zaterdag 9 april
Het carpark bleek een goede keuze, we sliepen heerlijk (uit). Vandaag nog 65 km te gaan tot Wellington, een eitje. We konden daarom op het gemakje doen. Rijden in Wellington bleek verschrikkelijk: alles krioelt, stoplichten zijn overal, mensen die plots oversteken, wegen die afgesloten zijn. Kortom: vreselijk. We reden alvast even langs het stadion waar we ‘s avonds voor de wedstrijd moesten zijn en namen toen ook maar gelijk het carpark voor vannacht even mee. Daar besloten we te voet terug de stad in te gaan om van daaruit de bus naar het stadion te pakken. En dan ’s avonds ook weer terug. Anders blijf je bezig. We waren overigens ook even vergeten dat parkeren bij een stadion altijd achterlijk duur is. Beter lopen en daarna iets lekkers kunnen eten, dan geld aan een auto spenderen. De ‘over een half uurtje zijn we er wel wandeling’ werd een 2 uur durende hike. Sebas kon er om lachen, Lotte haar benen niet. Aangekomen in het centrum bleken we ons al vrij snel prima op ons gemak te voelen: zonovergoten terrasjes vol mensen, een Thais festival, chillpleintjes en -parkjes, een sponsorloop en overal heel verschillende mensen. Heerlijk, het stadsleven. Na een snel rondje te hebben gelopen strandden we op een relaxte plek waar we onder het genot van Thais streetfood (hier kunnen we wel aan wennen) de rest van de middag doorbrachten. Ruim op tijd kwamen we bij het ‘Westpac stadium’ aan waar de eerste fanatieke supporters zich verzamelden. We namen nog even de spelregels door (‘wanneer krijg je nou een vrije trap?’ ‘Geen idee, als je de ander dood geschopt hebt?’) en maakten de nodige foto’s. De sfeer was goed, de wedstrijd best spannend en de uitslag bevredigend: De Nieuw-Zeelandse Hurricanes wonnen van de Argentijnse Jaguars. Net goed. De terugweg verliep iets anders dan verwacht. We hadden de bus gepland, maar wegens een te chagrijnige buschauffeur die de bus al wel druk genoeg vond, werd het een flink eind lopen. Gelukkig konden we het laatste stukje toch nog per bus afleggen. Die voetjes moeten nog wel wat langer mee namelijk. Aangekomen op het carpark bleken we veruit de kleinste en als enige niet zelfvoorzienend, maar hé, we kunnen lekker gratis slapen vannacht. Wat wil je nog meer.

Tip van de dag: een TRY betekent in de rugbywereld: ‘goal’. Het is dan geoorloofd om te juichen.

Zondag 10 april
We hebben onszelf getrakteerd op 2 nachtjes hostel. Omdat er nauwelijks campings in de buurt van Wellington zijn, maar ook omdat we nog maar 1 schone onderbroek hebben en we toe zijn aan een normale stoel. Zo genoten we vandaag opnieuw van het stads- en hostel leven. Verder schepten we weer wat structuur in onze camperchaos (valt eigenlijk best mee hoor, stiekem zijn we best geordend), draaiden we meerdere wasjes, deden we boodschappen (echt irritant.. je kunt hier in NZ alleen pasta, noodles en rijst eten als je het een beetje low-budget wilt houden. Voor een stukkie kip ben je makkelijk 15 dollar kwijt) en genoten we van een tafel en een stoel. Morgen nog lekker zo’n dag, waarop we ook wat plannen gaan maken voor het Zuidereiland. En ook heel fijn: het is nu 21.15 uur en we liggen gewoon nog niet op bed! Als dit maar geen jetlag wordt.

Tip van de dag: zet je camper een eind weg van het hostel en vergeet dan de melk voor je ontbijtje van de volgende dag. Mag je de dag morgen beginnen met een morningwalk. Joepie.

Maandag 11 april
De morningwalk werd een rondje hardlopen door Sebas en nog een keer omdraaien voor Lotte. We maakten vandaag wat plannen voor komende weken, ruimden de tassen weer in, zorgden dat alles helemaal is opgeladen en dat alles schoon is. En oja, we maakten nog even een dag goed gebruik van alle gemakken van een hostel. Toch wel weer fijn. De avond leken we heerlijk rustig te kunnen doorbrengen onder het genot van een wijntje, totdat onze kamer werd bestormd door 4 luidruchtige, net terug van het hiken komende backpackers. Gezellig. Morgen vertrekken we met de ferry naar het Zuidereiland. Daar toeren we weer verder met onze ‘van’.

Tip van de dag: orange/mango thee van de Countdown! Heerlijk.

Dinsdag 12 april
Deze dag stond in het teken van ‘wachten’. Niet de favorietste bezigheid van de meeste mensen. Zo ook niet van ons. Om bij het begin te beginnen: we moesten vroeg op omdat we vandaag met de ferry van 9 uur van het Noordereiland naar het Zuidereiland werden gebracht. Nu is 9 uur best een schappelijke tijd, echter moesten we voor 8 uur zijn ingecheckt, de auto nog halen, nog naar de ferry rijden, nog uitchecken in het hostel, nog ontbijten… oftewel: we hadden het druk! Om half 7 zaten we aan het ontbijt, iets later haalden we de auto en om 7 uur laadden we de campervan weer in. Wat een hoop spullen hebben we eigenlijk. Dat moet over een maandje weer allemaal in 1 rugzak passen.. uitdaging! De rit naar de ferry bleek kort, dus we waren ruim op tijd. Na het inchecken begon het wachten. Zo’n uur. Nadat we op de boot onze auto hadden geparkeerd duurden het best nog een tijdje voordat we daadwerkelijk de wal verlieten, wachten dus. De tocht was goed te doen. Het laatste stukje waarbij we door stukken land voeren (‘Peninsula’ in het Engels, een soort uitstulpingen, niet echt eilandjes, misschien noem je het landtongen in het Nederlands?) was prachtig. We mochten terug onze auto in en wachtten voordat iedereen zo ver was om de boot te verlaten. De tocht had ons naar Picton gebracht, een klein dorpje in het noorden van het Zuidereiland. Hier valt verder niet zo heel veel te beleven, echter kun je er wel een leuk rondje lopen wat we dus ook deden. Na nog het e.e.a. te hebben ingeslapen aan o.a. boodschappen reden we richting camping ‘Whatamango Bay’. We slapen vanavond tussen de bergen in met een mysterieuze lucht. Er staat veel wind en de temperatuur is niet heel aangenaam. Naar mate de herfst vordert begint het weer hier steeds meer weg te krijgen van het Nederlandse weer dat we juist ontvlucht zijn. Best jammer. Desalniettemin hebben we heerlijk gegeten. We worden steeds creatiever in het bedenken van oplossingen door dat campingleven. Zelfs na 2 dagen hostel. Valt niet tegen. Kijken of we het slapen op een camperbedje ook nog steeds kunnen.

Tip van de dag: een tafel kan in een andere positie ook dienen als windscherm.

Woensdag 13 april
Vanaf vandaag hebben we nog 4 weken min 2 dagen voor het Zuidereiland. Het Noordereiland hebben we in 2 weken tijd gedaan. Nu is het Zuidereiland wel wat groter, maar 4 weken is best veel. Misschien wel iets te veel om iedere dag een stuk te rijden en iets te ondernemen. Daarom kunnen we het ons best veroorloven om af en toe een dag wat rustig aan te doen en misschien zelfs wel gewoon even niets. Vandaag voelde als zo’n dag. We concludeerden dat we het niet erg zouden vinden om vannacht nogmaals op deze camping te staan. En aangezien we allebei een spannend boek hebben, komt dat eigenlijk wel goed uit. Maar helemaal niets doen ligt nou ook weer niet in onze aard, dus ’s middags besloten we toch een stukje te gaan rijden naar een stadje verderop. Konden we vanaf daar weer terug naar de camping. We kozen voor de kustroute ipv de snelweg. Nou, dat hebben we geweten. Eigenlijk gelijk al was de weg smal, bochtig en steil, heel steil. Het uitzicht dat we hierdoor hadden was prachtig, dat wel. Toen we dachten dat we het ergste gehad hadden, veranderde de geasfalteerde weg in een grindpad. Vanaf dat moment werd het echt met geknepen billen rijden. De afgrond was heel dichtbij en gelijk ook heel diep. Een voordeel van rijden over deze spannende wegen in Nieuw-Zeeland is wel dat je nauwelijks tegenliggend of achterop komend verkeer hebt. Die locals weten wel beter. De route naar het stadje Blenheim bleek een tocht van 40 km, waarvan zeker 30 km in de bergen. Een enerverend tochtje. We lunchten heerlijk in het zonnetje op picnic area ‘Rarangi’. Deze area bleek ook een camping te zijn met prima plekjes. Toen bleek dat de toiletten ook nog eens schoon waren was de beslissing snel gemaakt: we hebben een nieuwe camping voor vannacht. We vervolgden onze weg naar Blenheim wat een gezellig stadje bleek. Aan het einde van de middag keerden we terug naar de camping waar we de avond doorbrachten onder het genot van een pastamaaltijd en een wijntje. Ondanks het voornemen om van deze dag een rustige dag te maken, was hij uiteindelijk toch best heel geslaagd. Benieuwd wat de dag van morgen ons brengt.

Tip van de dag: op reis is niets wat het lijkt. Plannen maken is leuk, verrast worden nog leuker.

Donderdag 14 april
Toen wij ons bed uitkwamen, was bijna iedereen op de camping hem al gesmeerd. Echter hadden we een goede reden, aangezien we een globale planning op papier hebben gemaakt voor komende 3,5 week. Vandaag reden we richting Rai valley, net voor de stad Nelson. Met een tussenstop in Blenheim en Havelock. Blenheim kenden we al, Havelock was niet meer dan een gehucht met een haventje. Het zonnetje maakte dat het toch weer genieten was. De camping waar we komende nacht willen verblijven, blijkt niet (meer) te bestaan. Althans, volgens onze Wikicamp app (heel handig voor het vinden van campings in heel Australië en Nieuw-Zeeland. Ook iets voor in NL eigenlijk… of zou dat al bestaan?) kon je op deze plek kamperen, volgens een bord was dit verboden. We hebben besloten het bord maar netjes te volgen, braaf als wij zijn. Gevolg was dat we op een grasveld belandden een eindje verderop, zonder bord, zonder informatie. De toilet bevestigde dat je er mag blijven slapen, gratis! Tegen de tijd dat het donker begon te worden stroomde de camping vol met soort gelijke campervannetjes. Gezellig.

Tip van de dag: kijk tijdens een run naar de toilet toch even snel naar boven. De sterrenhemel is bijna altijd prachtig!

Vrijdag 15 april
Vandaag vervolgen we onze weg naar Nelson, waar we aan wat informatie hoopten te komen met betrekking tot walkingstrails in het Abel Tasman National Park. Dit park ligt in het noordwesten van het Zuidereiland en staat bekend om haar prachtige natuur met vele mogelijke wandel- en fietsroutes, iets wat we natuurlijk niet mogen missen. In het infocentrum blijkt, dat er een veel mooiere, geschikte route is voor een daywalk, dan de route die wij in gedachten hadden. Een watertaxi brengt ons dan van het dorp Marahau naar Anchorage. Hier begint de 5 uur durende tocht die ons langs de kust weer terug leidt naar Marahau. Dit keer zorgen we goed voorbereid te zijn met mueslirepen, appels en flessen water. We rijden door naar een camping voorbij Nelson, zodat het morgen nog maar een half uurtje rijden is naar Marahau. Dat wordt voor ons doen een kort nachtje, aangezien we hier om half 9 al moeten zijn. Onze camping ‘Kina beach’ in Tasman heeft wederom een fantastisch uitzicht. Als je denkt alles gehad te hebben doet de natuur er hier gewoon nog een schepje bovenop.

Tip van de dag: Lotte Pie is (hoe kan het ook anders) lekker!

Zaterdag 16 april
Na een kort nachtje, 8 uur slaap, gaat Sebas aan de gang om koffie en thee te zetten. Water koken duurt even dus gelijk maar spullen klaarmaken om weer te verkassen. Na het stevige ontbijt, weetbix, smeren we boterhammen en gooien onze tassen weer vol en met lange broek, thermo shirts en bergschoenen gaan we naar de watertaxi. Na ingecheckt te hebben worden de taxi’s voor gereden, jawel géreden. Op een trailer achter een trekker. We stappen wel al in de boot en met trekker en al worden we het water ingereden om vervolgens te gaan varen. Lekker scheuren. Eerst naar ‘Split Apple Rock’, die eigenhandig door Chuck Norris is gespleten. Of bliksem ofzo maar het eerste is het meest waarschijnlijk. Daarna een tochtje langs ‘Adele Island’, mooi onbewoond natuurgebied, kleine zeehondjes spelen wat of liggen in de zon. Na 45 min komen we aan in Anchorage, mooi strand en na een klein water-vul-en-leeg-moment gaan we beginnen. Eerst een ‘Low tide’ afsnijdweg richting ‘Cleopatra pool’. Dit blijkt een omweg via Torrent Bay. Wat extra kilometers kunnen we vandaag wel hebben. Het Wadlopen, wat het dus is, is eigenlijk ook gewoon best leuk! Op naar de pool. Dit blijkt aan de andere kant van een stream te liggen en na wat klauteren is het Sebas gelukt wat foto’s te schieten, terwijl Lotte een korte duik nam in de stream. Het is mooi maar niet bijzonder dus Lotte laat haar broek aan de kant maar drogen ipv de oversteek. Na nog wat gedownload te hebben op de brug over Torrent River (haha) besluiten we de ‘Inland Track’ een stukje te volgen. Dit gaat praktisch recht de berg op over een paadje dat nog geen 1 persoon breed is, maar na wat klimmen een klauteren hebben we een schitterend uitzicht. Het pad naar beneden is een stuk begaanbaarder en na een tijdje zijn we terug op de Abel Tasman Track. Een van de Great Walks dus goed bijgehouden paden. We lopen langs de kust terug naar Marahau. Onder het genot van mooie bossen, watervalletjes, uitzichten en tropisch ogende stranden. Waarop we ook onze lunch soldaat maken. Na 5 uur en 18 km komen we aan bij de start van de track. Nog niet onze parking, maar na 1 km zijn we er dan toch. 10 min later komen we op de camping. We zijn de eersten op dat moment dus springen we gelijk onder de welverdiende hete douche. En na het uitwisselen van reisverhalen met onze Duitse buren, werken we lekker kaaspasta naar binnen. Om morgen maar weer even uit te rusten.

Tip van de dag: dode insecten op een wc bril zijn dood, maar nog steeds vies!

Zondag 17 april
Dat uitrusten vandaag bleek maar van korte duur. We kwamen er namelijk achter dat er in het noorden, niet heel ver van Marahau vandaan, in de ‘Canaan Downs’, een gat moet zijn dat wel 175 m diep is. Verder bevindt het zich in een bos dat gebruikt is als movieset voor The Lord of the Rings. We lijken wel diehard fans. We wilden hier dus toch nog even een kijkje nemen. Echter bleek dit een behoorlijke klus. De rit ernaartoe eindigde in een 11 kilometer lange gravel-/grind-/zandweg die echt nauwelijks begaanbaar was. Om de spanning nog wat op te voeren kwam er regelmatig tegenliggend verkeer aan waardoor óf wij óf de tegenligger zowat in het ravijn gedrukt werd. Ondanks onze zweetnatte shirts was het uitzicht adembenemend. De natuur in Nieuw-Zeeland verrast ons steeds weer opnieuw. Wanneer je denkt alle mogelijke landschappen die er bestaan te hebben gehad beland je plots weer in een nieuwe omgeving en wanneer je denkt dat het uitzicht echt niet mooier kan, bewijst Nieuw-Zeeland dat je je hebt vergist. Het kan mooier. Steeds opnieuw weer. De wandeling naar het ‘Harwood Hole’ zou 45 minuten duren. Het pad bleek echter een stuk minder begaanbaar dan ‘normaal’. We trotseerden een hoop rotsen en wortels waardoor onze verwachtingen voor het ‘Harwood Hole’ steeds groter werden. Want hé, wie loopt er nu daadwerkelijk voor z’n lol zo’n vervelend stuk? Nou, ook hierin hebben we ons vergist kunnen we melden, een hoop mensen lopen inderdaad voor de lol naar het gat, want van het gat is nauwelijks wat te zien. Ja, wanneer je een hele rotsenpartij bent gepasseerd sta je aan de rand van het gat, maar dit werd ons sterk afgeraden door de infocentremeneer. In 2 weken tijd moest de traumahelikopter 5 keer uitrukken voor te overmoedige mensen. Dom, en behoorlijk prijzig. Dit grapje kost je namelijk 5.000 euro. Als je het nog kunt navertellen althans. Omdat we nu toch al bezig waren, hebben we gelijk nog maar even een ‘look out’ punt meegepakt. En gewoon weer werden we verrast! Dit keer niet door een onbegaanbaar grindpad of prachtig uitzicht, maar door puntrotsen. Die het reguliere pad vormden naar het uitzichtpunt. Wilde je iets van de vallei kunnen zien, dan moest je je zelf over deze punten wagen. Pijnlijk en risicovol. We deden dus een stukje. Toen terug in de auto. Nog 2 uur te gaan naar de camping een stukje voorbij Murchison. Nadat we al een eindje op weg waren besloten we de kaart eens even te checken. ‘Rijden we eigenlijk wel goed?’ Het antwoord: ‘nee, dat doen we niet’. De Tomtom ging aan, de kaart werd nogmaals gecheckt en we vervolgden onze weg: helemaal terug over de berg. Irritant, maar te overzien. We scoorden onderweg wat biologische frambozen en appels van de boer. Omdat de bergpassen niet echt een hogere snelheid dan 60 km per uur toelaten, duurde de tocht naar de camping toch langer dan gehoopt. Mede door het naderende wolkendek besloten we een camping ín Murchison te pakken ipv net erna. We belandden op ‘Holiday Park Riverside’ met warme douche en wifi. Hoera.

Tip van de dag: fruit van de boer is heerlijk, maar ook dit kan vol verrassingen zitten. Check het daarom eerst even op poep en rupsen enzo voordat je het in je mond stopt (iewl).

Foto’s

4 Reacties

  1. Loes:
    17 april 2016
    Jullie maken ons wel nieuwsgierig naar de foto's, we wachten in spanning, hihi!
  2. Diny van den Berg:
    17 april 2016
    Bedankt weer voor het leesplezier!!!! Loes heeft gelijk, foto,s kijken wordt vast "smullen".Leuk vooruitzicht. Nog meer plezier gewenst, want het houd blijkbaar nietop. Liefs van ons
  3. Anjo:
    17 april 2016
    Het zijn weer prachtige reisverhalen met een beetje afzien.
  4. Tineke:
    18 april 2016
    Weer hartstikke boeiend om te lezen.
    Ook leuk om te lezen welke afwegingen jullie maken m.b.t de financiën. je kunt het tenslotte maar 1 keer uitgeven!!
    Het lijkt me soms wel spannend, het rijden met een Van terwijl je niet altijd weet tot welke onbegaanbare weg het leidt . Dapper hoor!!! En dan die koude nachten , neemt toch ook weer van je energie. Daarom goed om af en toe even niets te doen , ook al ligt dit niet in jullie aard ,ervaringen moeten ook verwerkt worden tenslotte . En inderdaad , wat is de wereld mooi en wat is het belangrijk om zuinig te zijn op onze moeder aarde .
    Geniet weer, ik doe het ook , kijk al weer uit naar de volgende editie.
    Mooi overigens hoe jullie van deze blogs of hoe heet dit ,zo'n mooi totaal pakket maken voor de achterblijvers ( foto's , reacties etc)